Kwaliteit en voedselveiligheid worden alleen maar belangrijkere factoren in de voedingsindustrie. Bedrijven die voedsel maken, moeten er daarom ook voor zorgen dat deze producten veilig zijn. In de EU zijn voor alle landen de regels betreffende voedselveiligheid en voedselkwaliteit gelijk. Dit wordt dan ook door alle bedrijven heel serieus genomen, echter blijft er nog altijd werk aan de winkel. De consument heeft dit dan ook een deel zelf in de hand, door voedsel goed te koelen, schoon te werken en tenslotte bepaald voedsel eerst goed te verhitten voor consumptie. Bedrijven daarentegen doen dagelijks analyses en experimenten om zo de kwaliteit en veiligheid van het voedsel te garanderen en de regels na te kunnen leven.
Eén van de manieren om deze kwaliteitsgarantie te kunnen naleven van deze analyses is door het gebruik van buffers. Een buffer wordt gebruikt om een bepaalde pH-waarde te controleren van een monster en hiermee aan te tonen dat dit monster de juiste pH-waarde heeft. Voor de voedingsindustrie is dit cruciaal, vanwege de invloed er kan zijn op de gezondheid. Hierom zijn garanties van kwaliteit één van de belangrijkste punten waarop wordt gelet in de biochemie.
Een buffer is opgebouwd twee stoffen die een waterige oplossing vormen. Deze stoffen zijn gebalanceerd tot een bepaald evenwicht, die daarbij ook een bepaald pH-waarde aannemen, om zo de zuurgraad van een verhouding te behouden. Bij deze chemie wordt de verandering van het evenwicht en de zuurtegraad voorkomen, wanneer er een zuur of base wordt toegevoegd. Daarnaast bestaat zo een bufferoplossing altijd uit een koppel van zuur en base. Dit kan voorkomen op twee manieren:
- De buffer bestaat uit een base en het zout van een geconjugeerd zuur.
- De buffer bestaat uit een zuur en het zout van een geconjugeerde base.
Zowel in de analytische, als in de biochemie, is het van belang de pH van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan complexometrische titraties waarbij reacties plaatsvinden bij een bepaalde pH-waarde. De kwaliteit van een buffer wordt vaak uitgedrukt in de buffercapaciteit, deze wordt aangegeven door het aantal mol H3O+ of OH- dat toegevoegd moet worden om de pH 1 eenheid te veranderen. In de regel is dat hoe groter de buffercapaciteit, hoe effectiever de buffer werkt bij de desbetreffende oplossing.
